Loading…
Geschiedenis
  • De Goddelijke Farao: Onderzoek naar de verschillen in de Bijbel en Koran

    Eén van de belangrijkste thema's in het Koranische verhaal van Mozes is dat Farao beweert de oppergod te zijn. Past Ramesses II in deze beschrijving?

    Wanneer Mozes Farao oproept om één ware God te aanbidden, wordt deze oproep afgewezen. In plaats daarvan verzamelt Farao zijn mannen en verkondigt dat hij hun Heer is, de Almachtige.

    Toen toonde (Mozes) hem de grote Tekenen (de wonderen). Maar hij loochende (hen) en was ongehoorzaam. Vervolgens daaide hij zich om en vluchtte. Toen verzamelde hij (zijn tovenaars) en riep uit. Zeggende: “Ik ben jullie heer, de hoogste.”

    SURAH 79 , VERS 20-24

    Bovendien worden de duidelijke tekenen die Mozes aan Farao toont, afgewezen als "vals".

    Farao zei: “O leiders! Ik weet geen andere god dan ikzelf voor jullie.

    SURAH 28 , VERS 38

    De laatste verklaring komt in verband met de overwinning van profeet Mozes. Aangezien de setting van het Koranische verhaal van Mozes en Farao in de Nieuwe Koninkrijksperiode is, is het vermeldenswaardig:

    Tegen het begin van het Nieuwe Koninkrijk was de deificatie van de levende koning een vastgestelde praktijk geworden, en de levende koning kon zelf aanbeden worden en om hulp worden gevraagd als een god.

    Tijdens de tijd van Ramesses II bereikte de deificatie van de farao zijn hoogtepunt, zoals blijkt uit talrijke cultusbeelden, evenals ondersteunende hiërogliefen en papyri.

    Stela nr. 410 van het Hildesheim Museum toont twee mensen. Een persoon staat met de dubbele kroon met de ureus, een korte rok, een ketting en houdt in één hand het zogenaamde zakdoekje of zegel [Figuur 5(a)]. Hij wordt genoemd: "Koning van Boven- en Beneden-Egypte, de Heer van de Twee Landen 'Ramesses-meryamun, de God'".

    Figure 5 (A) Stela no. 410
    Figuur 5 (B) Stela nr. 079 van de Hildesheim Museum.
    Figure 5 (A) Stela no. 410
    Figuur 5 (B) Stela nr. 079 van de Hildesheim Museum.

    Figuur 5 (C): Deze hebben een belangrijke inscriptie waarin staat "Ramesses-meryamun, de god". Deze inscriptie is gemarkeerd in een rode doos in zowel de stèles (a) als (b).

    Op stèle nr. 1079 van het Hildesheim Museum wordt een man afgebeeld die een lang kleed draagt dat aan de taille is vastgebonden en twee bloemen aanbiedt met zijn rechterhand. Voor hem staat een tafel beladen met verschillende soorten offers, en twee stands met een vaas ertussen [Figuur 5(b)]. Tegenover hem staan twee standbeelden, elk met een korte kilt, een kunstmatige baard en de kroon van Opper-Egypte met uraeus ervoor. Boven deze twee standbeelden en voor hen staan de woorden: "Heer van de twee landen 'Usermaatre-setpenre' Monthu-in-the-Two-Lands" en "Heer van de diademen 'Ramesses-meryamun', de God".

    Figuur 6: Een reliëf in de Grote Tempel van Abu Simbel waarop Ramesses II Ramesses II vereert.

    Ons laatste voorbeeld komt uit de Grote Tempel van Abu Simbel [Figuur 6]. Een interessante reliëf toont de "Heer van Twee Landen 'Usermare-setpenre'" (= Ramesses II) die offert aan "Ramesses-meryamun" (= Ramesses II). Het is duidelijk dat Ramesses II zichzelf hier aanbidt. We merken echter ook op dat de aanbidder en degene die aanbeden wordt twee verschillende namen hebben en dat deze namen respectievelijk pronomen en nomen van Ramesses II zijn. Een nadere blik op de iconografie onthult dat de aanbidder en degene die aanbeden wordt niet identiek zijn. Hij, aan wie het offer wordt gebracht, is versierd met een zonneschijf en heeft een gebogen hoorn om zijn oor, wat zijn goddelijkheid afbeeldt. Daarom aanbidt Ramesses II niet alleen zichzelf, maar zijn goddelijke zelf. De Koran vermeldt ook dat hij zichzelf verhief in het land en dat hij extravagant was.

    Maar niemand geloofde Mozes, behalve wat kinderen van zijn volk, vanwege de vrees voor de Farao en diens notabelen dat zij hen zouden vervolgen. En werkelijk, de Farao was een onderdrukker in het land[Arabisch: firʿawn la-ʿālin fi-al-ardh], hij behoorde zeker tot de buitensporigen[Arabisch: innahu lamin al-musrifīn].

    SURAH 10 , VERS 83

    Wat zijn de andere manieren waarop hij zichzelf kon verheffen? Het antwoord komt uit Papyrus Anastasi II, gedateerd uit de tijd van Merneptah, de opvolger van Ramesses II, die begint met "Lof van de Delta-woning". De tekstuele inhoud van dit gedeelte is vergelijkbaar met die van Papyrus Anastasi IV, (6,1-6,10).

    (1,1) Begin van de Vertelling van de Overwinningen van de Heer van Egypte. Zijne Majesteit (l.p.h) heeft voor zichzelf een kasteel gebouwd met de naam Groot-van-Overwinningen. (1,2) Het ligt tussen Djahy en To-meri, en is vol met voedsel en proviand. Het is naar het model van On van Opper-Egypte, en zijn levensduur is zoals (1,3) die van He-Ka-Ptah. De zon komt op in zijn horizon en gaat binnenin onder. Iedereen heeft zijn (1,4) eigen stad verlaten en zich in de buurt ervan gevestigd. Het westelijke deel is het Huis van Amun, het zuidelijke deel het Huis van Seth. Astarte is (1,5) in zijn Oosten, en Edjo in zijn noordelijke deel. (1,6) Ramesse-miamum (l.h) is er als god, Mont-in-the-Two-Lands als heraut, Sun-of-Rulers als vizier, Joy-of-Egypt (2,1) Geliefde-van-Atum als burgemeester. Het land is op zijn juiste plaats terechtgekomen.

    Hier zien we Ramesses II zichzelf verheffen in vier verschillende aspecten, namelijk als god, heraut, vizier en burgemeester. Het lijkt alsof hij hiermee wil laten zien dat hij alles was voor de hoofdstad en alles beheerste.

    Figuur 7: Afbeelding van Ramesses II als de levende god in de Grote Tempel van Abu Simbel.

    Hoe was Ramesses II extravagant? Het Arabische woord musrifīn is afgeleid van de wortel sarafa, wat betekent "alle grenzen overschrijden, overdreven zijn, buitensporig zijn...; verspillen, verkwisten, verbrassen, royaal uitgeven". Om zichzelf te promoten als de levende god, bouwde Ramesses II kolossale monumenten door heel Egypte, die hij voorzag van talloze grootschalige afbeeldingen van zichzelf. Het beste voorbeeld van zijn extravagante manieren om zijn goddelijkheid te promoten, komt misschien wel van de Grote Tempel waar Ramesses II wordt afgebeeld als god, en de "god" Re-Horakhty op een kleine schaal wordt afgebeeld in het midden van de vier kolossale standbeelden van de koning [Figuur 7]. Hier werd de cultus van de levende god beoefend. Zo lijkt Ramesses II te passen bij de Koranische beschrijving van de farao die zichzelf verhief en buitensporig was in zijn manieren om zichzelf af te beelden als een god.

    3/6

About

Het verhaal van een klein meisje, Jihad, dat gediscrimineerd wordt door de naam die haar ouders haar hebben gegeven.

Doorbreek de sluier - ontgrendel de waarheid--Racisme, Nationalisme, & Islamofobie onderzocht door de onbevooroordeelde lens van wetenschappelijk onderzoek.